In de commissie Algemene Zaken is er een levendige discussie ontstaan over de vraag of buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) religieuze symbolen mogen dragen tijdens hun werk. De discussie werd gekenmerkt door sterke ideologische verschillen tussen de raadsleden.
Standpunten van de raadsleden
Daan Wijnants van de VVD sprak zich uit tegen het idee, dat eerder dit jaar door burgemeester Halsema werd voorgesteld. Hij noemde het een “rechtvaardige vorm van discriminatie”, en beweerde dat hij de stem van een groot deel van de Nederlandse bevolking vertegenwoordigde, die moeite heeft met het idee.
Sheher Khan van Denk daarentegen, was duidelijk in zijn standpunt: “Het gaat om de hoofddoek en dat komt uit de context van islamofobie, heersende islamofobie. Daarmee wil ik niet zeggen dat iedereen die hier tegen is islamofoob is.”
Fatihya Abdi van de PvdA prees Wijnants voor zijn duidelijke standpunt, maar bekritiseerde hem ook voor het baseren van zijn argumenten op publiek sentiment, in plaats van op de vrijheden van individuen.
Neutraliteit en religieuze uitingen
Een belangrijk punt van discussie was of het dragen van religieuze symbolen de neutraliteit van een ambtenaar in de weg staat. Rogier Havelaar van het CDA betoogde dat neutraliteit niet betekent dat er geen enkele uiting van religiositeit zichtbaar mag zijn. Juliet Broersen van Volt voegde eraan toe dat niemand volledig neutraal is, aangezien iedereen gevormd wordt door zijn of haar opvattingen en opvoeding.
Cas van Berkel van JA21 benadrukte echter dat een uniform, zoals de naam al aangeeft, uniform moet zijn en dat het dragen van een hoofddoek de neutraliteit die het uniform moet uitstralen, tenietdoet.
Overleg met de minister
Na de aankondiging van burgemeester Halsema dat ze religieuze uitingen wil toestaan, heeft demissionair minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid aangegeven dit onmogelijk te willen maken met een speciale ministeriële regeling. Er zijn echter twijfels of de minister dit wel kan doen. Het eerste overleg tussen Halsema en de minister moet nog plaatsvinden.
Halsema benadrukte dat ze uitkijkt naar het overleg en gelooft dat het toestaan van religieuze uitingen bij BOA’s een positieve invloed kan hebben op de verhoudingen tussen mannen en vrouwen en op de emancipatie in onze samenleving.